Tbilisi (Georgisch: თბილისი; letterlijk Warme Springbron) is de hoofdstad van Georgië. Tbilisi ligt aan de rivier de Koera (Georgisch: Mtkvari), en heeft meer dan 1.1 miljoen inwoners. Tbilisi is ook één van de regio's (mchare) van het land. De stad heeft een oppervlakte van 140 km².
De stad zou opgericht zijn in 5de eeuw door Vachtang I Gorgasali, koning van Iberië (Kartli) en hij maakte er zijn hoofdstad van in de 6de eeuw. Volgens een oude legende werd de huidige grondgebied van Tbilisi nog tot 485 bedekt met bossen. Een algemeen aanvaarde versie van de legende de koning van Iberië, Vachangt I Gorgasali op jacht was in de zwaar beboste regio met een valk (soms ook vervangen door een havik of andere kleine roofvogel. Toen de valk een fazant gevangen had vielen zij samen in een warmwaterbron. Hij was zo onder de indruk door de warmwaterbronnen dat hij beval de bos te snoeien en er een stad te stichten. De naam van de stad is dan ook afgeleid van warm, Tpili (თბილი). De naam "Tbili" of "Tbilisi" ("warme locatie") werd gegeven aan de stad vanwege zijn bezet van al van zwavelzuur warmwaterbronnen die uit de grond kwamen. De stad is de hoofdstad van diverse Georgische staten geweest, maar is ook vaak door buitenlandse heersers bezet, onder meer door Arabieren en door Turken.
In 1801 kwam Tiflis onder het gezag van het Russische Rijk. Vanaf 1846 was Tiflis het bestuurlijk centrum van het gelijknamige gouvernement Tiflis. Vanaf het begin van de 19de eeuw begon Tbilisi economisch en politiek te groeien. De gebouwen in de stad kregen een meer Europese stijl. Er werden nieuwe wegen en spoorwegen gebouwd om Tbilisi met andere belangrijke Russische steden. Na de jaren 1850 kwam Tbilisi weeral naar voor als een belangrijke handels en culturele centrum. Ilia Tsjavtsjavadze, Akaki Tsereteli, Iakob Gogebasjvili, Aleksandr Gribojedov en andere staatslieden, dichters en kunstenaars vonden hun geluk in Tbilisi. Na de Russische Revolutie was Georgië korte tijd onafhankelijk, met Tiflis als hoofdstad. In 1921 viel het Rode Leger Georgië binnen. Tiflis werd vervolgens de hoofdstad van de Trans-Kaukasische Federatie, en later van de Sovjetrepubliek Georgië, die deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. In 1936 werd de naam veranderd naar Tbilisi. In 1991 werd Tbilisi de hoofdstad van de onafhankelijke republiek Georgië.
Het klimaat van Tbilisi is afwisselend vochtig subtropisch en dan weer een, relatief gezien, mild landklimaat. Het klimaat van de stad wordt beïnvloed door zowel droge (Centraal-Azië/Siberisch) lucht uit het oosten en vochtige subtropische (Atlantisch/Zwarte zee) lucht uit het westen. Tbilisi heeft relatief koude winters en hete zomers. Gezien het feit dat deze stad aan de meeste zijden begrensd wordt door bergketens, de nabijheid van grote hoeveelheden water (Zwarte en Kaspische zee) en het feit dat het machtige Kaukasusgebergte (meer naar het noorden) de doorstroming van koude luchtmassa's uit Rusland blokkeert, heeft Tbilisi een soort van mild micro-klimaat vergeleken bij andere steden met een zelfde continentaal klimaat op dezelfde breedtegraad (B.v. Chicago of Pittsburgh).
De gemiddelde jaartemperatuur in Tbilisi is 12.7 graden Celsius. Januari is de koudste maand met een gemiddelde van 0.9 graden Celsius. Juli is de heetste maand met een gemiddelde van 24.4 graden Celsius. Het absolute kouderecord is -23 graden Celsius en het absolute warmterecord is 40 graden Celsius. Gemiddeld valt er jaarlijks 568mm neerslag. De natste maand is mei (90mm) en januari is de droogste (20mm). Sneeuw valt er gemiddeld 15-25 dagen per jaar. De bergen die Tblisi omringen houden vaak de wolken vast en geven , vooral in de lente en herfst, langdurige regenval en/of bewolkt weer. In de meeste delen van Tblisi overheerst gedurende het jaar de noordwestenwind. Zuidoostenwind komt ook vaak voor.
Download hoge gedetailleerde kaart van Tbilisi. 4000x2600px. (eng)